Jeugdvrienden Darri en Molkarai eerst samen in Oranje, dan tegenover elkaar in de bekerfinale
Keurig geknipt op prijzenjacht
Bron: Noord Hollands Dagblad
Vincent Schot
,,Je bent te laat”, zegt Mo Darri als Amir Molkarai zijn auto vijf minuten na het afgesproken tijdstip parkeert voor de deur van Fabulous. De twee zaalvoetbalinternationals zijn net een dag terug uit Hongarije, waar zij dinsdag met 2-0 onderuit gingen in een oefenduel, en het blijkt de hoogste tijd om de barbershop van hun gezamenlijke vriend Steve Gill te bezoeken. ,,Hier komen we iedere week”, zegt Darri, van wie zijn coupe voorafgaand aan het gesprek al is bijgewerkt. ,,Hier zien we elkaar ook regelmatig. Tel er de trainingen met Oranje bij op en ik zie Amir zelfs bijna vaker dan mijn eigen vriendin…’’
Eenmaal binnen in de kleine kapperszaak vertellen de twee dat ze al jarenlang veel samen optrekken. Ze moeten er even over nadenken, maar stellen vast dat het toch zeker al tien jaar geleden is dat ze elkaar leerden kennen. ,,Ik zat al bij FC Marlène toen jij er kwam spelen”, zegt Molkarai. ,,Samen met Rachid el Kaddouri heb ik je destijds ‘meegenomen’. Al snel waren wij als een soort oudere broers voor je.’’
Via het vlaggenschip van de club uit Heerhugowaard kwamen de vrienden uit in Hoorn. Na twee jaar Veerhuys volgde de overstap naar Hovocubo. Toen de inmiddels 26-jarige Darri De Opgang verruilde voor het Amsterdamse ’t Knooppunt ontstond er even twijfel bij de twee jaar oudere Molkarai. ,,Niet alleen buiten, maar ook in het veld kunnen we het heel goed vinden met elkaar. We vullen elkaar goed aan en voetballen daarom graag samen. Toen Mo vertrok, hebben we het daar ook wel over gehad. Ik ben ook op gesprek geweest in Amsterdam, maar besloot bij Hovo te blijven.’’
En zo kan het dat de twee een belangrijke week ingaan waarin zij eerst naast elkaar staan als Oranje het in Almere opneemt tegen Azerbeidzjan en drie dagen later lijnrecht tegenover elkaar staan als Hovocubo en ’t Knooppunt elkaar treffen in de bekerfinale.
Uitverkocht
Hun sport heeft de laatste jaren in rap tempo aan populariteit gewonnen. Darri en Molkarai merken het aan het aantal volgers dat zij hebben op sociale media en het groeiende aantal keren dat zij herkend worden op straat, maar bovenal aan het feit dat de 2200 kaarten voor de interland van dinsdag nagenoeg zijn uitverkocht. ,,Er zijn nog maar veertig kaarten”, weet Molkarai zelfs te vertellen. ,,Ik heb er net snel nog vier aangevraagd”, zegt hij terwijl hij er daar één van snel even uit zijn auto pakt. Die is voor Gill, die graag komt kijken hoe twee van zijn trouwste klanten het er vanaf brengen.
,,Oh ja, ik zou ook nog een kaart voor hem regelen. Begrijp dus dat ik daar snel mee moet zijn ’’, gaat Darri verder. Dat de interland dinsdag live te zien is op televisie zegt volgens hem ook alles over de toenemende aandacht voor de sport die hem ’al zoveel heeft gebracht’. ,,Ik speelde bijvoorbeeld al eens een toernooi in China. In China! Daar zou ik zelf niet zo snel naartoe zijn gegaan.’’
Hoofdprijs
Hoewel de twee vrijdag spelen om een nationale hoofdprijs zijn de kamergenoten bij het Nederlands team daar naar eigen zeggen nog totaal niet mee bezig. ,,We zijn zo gefocust op Azerbeidzjan dat je daar ook gewoon geen tijd voor hebt. Het zou ook niet goed zijn als dat wel zo was. Dan zouden we dinsdag niet alles kunnen geven.’’
En dat is nodig, verzekert Molkarai. ,,Vergis je niet dat Oranje sinds het duel met Bosnië in 2013 niet meer zo’n belangrijke wedstrijd heeft gespeeld. Destijds was het de kwalificatiewedstrijd voor het EK, waar we ons toen al jaren niet meer voor hadden geplaatst. Op het WK zijn we nu zelfs al twaalf jaar niet meer geweest. Wij hebben een aantal jongens in de ploeg met meer dan honderd interlands achter hun naam en die hebben zelfs nog nooit de play-offs voor WK-kwalificatie bereikt. Nu kunnen we het eindelijk weer halen. Maar Azerbeidzjan – met vier Brazilianen en een Spaanse bondscoach – is een sterke tegenstander. Het speelde ook een goed EK.’’
In een bomvol Topsportcentrum Almere denken de internationals desondanks een goede kans te maken. ,,Als we daar een goed resultaat neerzetten gaan we een paar weken later met veel vertrouwen die kant op. We moeten in ieder geval winnen en dan liefst met twee doelpunten verschil”, neemt Darri het woord weer over.
Tikkie
En daarna volgt dan toch echt de confrontatie met elkaar. Het is niet voor het eerst, maar het blijft iedere keer bijzonder, zeggen de twee. Darri: ,,Ik weet precies hoe Amir voetbalt en andersom weet hij dat van mij. Natuurlijk gaat hij mij weleens voorbij. Dan geef ik hem een tikkie, maar direct daarna ook weer een hand. Ik gun hem alles. Zolang de beste ploeg maar wint.’’
Het laatste competitieduel tussen ’t Knooppunt en Hovocubo eindigde in Amsterdam in 3-3. Molkarai verwacht een spannender duel dan destijds. ,,Dat ’t Knooppunt de play-offs haalt stond ook toen wel al vast, zij hoefden dus niet zo nodig. Wij wel. Ieder duel dat wij nu nog spelen is een finale. Want zelfs als we alles winnen hebben we het niet meer in eigen hand. Behalve dan deze bekerfinale. Winnen we die dan hebben we een prijs. Alleen geldt dat nu ook voor Mo en zijn ploeg.’’
Dan moet de barbershop even worden verlaten om een foto te maken. Molkarai houdt zijn pet op. Gill moet zijn toch al gemillimeterde haar tenslotte nog bijwerken. Daar blijkt pas een dag later tijd voor te zijn. Grote kans dat Darri dan ook nog even binnen loopt.
Mo Attaibi en Mats Velseboer hopen op veel kabaal van de Oranjefans, dinsdagavond in Topsportcentrum Almere. 'Daar hebben wij baat bij'.
Geplaatst door KNVB zaalvoetbal op maandag 21 maart 2016