Hovocubo-talenten Attahiri en Van der Gulik in nationale jeugdploeg
Bron: Noord Hollands Dagblad
Vincent Schot
Hoorn * “Wanneer ik mij in de kijker heb gespeeld? Dat vraag ik mezelf ook af”, lacht Mick van der Gulik. Veel minuten in het vlaggenschip krijgt het talent van Hovocubo nog niet. Toch speelt hij maandag in het Zeeuwse Goes met Jong Oranje tegen zijn Belgische leeftijdsgenoten. En hij is niet de enige speler van de landskampioen in de dertienkoppige selectie.
Dat Appie Attahiri tot de verzameling van de grootste talenten van Nederland behoort, is minder verrassend. De Amsterdammer draagt het Oranje immers alweer ruim een jaar. Door de langdurige blessure van Amir Molkarai krijgt hij dit seizoen bij de Hoornse ploeg bovendien beduidend vaker de kans dan zijn ploegakker om bondscoach Marcel Loosveld te laten zien dat hij zijn plek moet behouden.
Van der Gulik weet ondanks zijn spaarzame speelminuten en gespeelde onnozelheid wel degelijk hoe hij in beeld is gekomen bij de keuzeheer. “Sander (trainer Van Dijk, red.) heeft wel eens contact met de bondscoach. Die vraagt hem soms of hij nog spelers heeft of kent die in aanmerking komen voor Jong Oranje. Toen heeft hij maan naam een keer bij hem laten vallen.
En dus mocht de jongeling ruim een maand geleden voor het eerst meedoen aan de wekelijkse oefensessie in Zeist. “Hij vond het wel spannend”blikt Attahiri terug op die dag. “Logisch, dat vond ik ook.” Samen – veelal met Iliass Bouzit van ‘t Knooppunt en Jordy Cretier van FC Marléne – reizen ze vanaf station Sloterdijk naar de bondstraining.
“Ik dacht, ‘leuk dat ik eens mee mag doen en als ik afval was het in ieder geval een mooie ervaring’. Het ging echter boven verwachting goed”, zegt Van der Gulik. Twee brieven volgen na die eerste training. Beide keren bevatten deze goed nieuws; hij is niet afgevallen. En dus staat hij mandag in Goes voor het eerst op het veld als het Wilhelmus klinkt. Ïk heb gespeeld in onder 15 en onder 17 teams, maar dat waren districtteams en stelde niet zo heel veel voor. Dit is het echte werk. op het volkslied moet ik nog oefenen. Vind wel dat je mee hoort te zingen.
Onwennig
Attahiri is niet verrast dat Van der Gulik zich in Jong Oranje in speelde. Sterker nog, hij had het hem al voorspeld. ‘Geloof me nou maar, jij komt er ook bij’, hield hij zijn ploegenoot voor toen die tijdens de voorronde voor de UEFA Futsal cup in Ierland, waar twee jonkies een kamer deelde, vroeg hoe het was bij het jeugdelftal. “In Slovenië zei hij dit weer. Toen zei ik dat het dit jaar niet zou lukken, maar misschien volgend jaar wel omdat je hier tot je 19de in mag spelen. En dan zitten we er nu gewoon samen in”, aldus Van der Gulik.
Tegen jong België kunnen de twee volgens Attahiri aan de bak. “Begin dit seizoen speelden we met Hovocubo tegen Futsal Topsport Antwerpen. Daar zat een aantal jonge jongens in dat ook in Jong belgië zit. Die kunnen dus echt wel wat. Wij moeten er vooral voor zorgen dat wij als collectief beter zijn.
Zaterdag speelt het duo met Hovocubo eerst thui tegen AORC. Een dag na dit – door wanvertoning tegen Groen Ster Vlissingen en de woedeuitbarsting van Van Dijk die daarop volgde – beladen duel vertrekken de twee naar Zeeland. “Dan trainen we daar nog een keer met z’n allen en slapen we in een hotel om de volgende dag die interland te spelen. Het gaat er heel professioneel aan toe allemaal bij oranje. Echt andere koek”zegt Attahiri. “Zoals inj Ierland en Slovenië inderdaad”
Toewerken naar een eindtoernooi doet jong Oranje niet. “Die zijn er niet”, weet de nieuwkomer al. “Het draait om jonge spelers beter maken en mogelijk een aantal van ons klaarstomen voor het echte Oranje.